
Gerji Albittar – De grondlegger van het Damascene mozaïek: de man die hout in kunst veranderde
Delen
Verteld door Yazan Krayem – Oprichter van Damascus Box
In de smalle straatjes van het oude Damascus, waar het zonlicht door eeuwenoude bogen valt en de geur van hout in de lucht hangt, veranderde één man een eenvoudig ambacht in een van de meest verfijnde kunstvormen van Syrië. Zijn naam was Gerji Albittar, de pionier die meer dan een eeuw geleden het Damascene mozaïek tot leven bracht.
De geboorte van een ambacht
Geboren in 1840 in de wijk Al-Hara Al-Jawaniyya in Bab Touma, kwam Gerji uit een familie van dierenartsen, maar zijn hart trok naar het hout. Als jonge jongen dwaalde hij door de markten en keek hij vol bewondering naar de houtbewerkers van Damascus — betoverd door de precisie en de schoonheid van hun werk.
In een tijd waarin universiteiten geen gebruikelijke keuze waren, vormden handwerktradities de ziel van de stad, doorgegeven van generatie op generatie. Op een dag zag Gerji in de binnenplaats van een klooster een dode citroenboom en stelde zich voor hoe hout en geometrie samen een levendig kunstwerk konden worden.
Zo werd het Damascene mozaïek geboren.
Hout wordt kunst
Gerji begon te experimenteren met het inleggen van parelmoer, ivoor en bot in donker walnotenhout. Zijn creaties, gekenmerkt door perfecte geometrie en verfijnde details, werden al snel bekend. Rond 1860 opende hij zijn eerste atelier, waar hij meesterlijke meubels en decoratieve objecten maakte die paleizen, kerken en huizen in Damascus sierden.
“Hij veranderde stil hout in levende kunst,” schreef een tijdgenoot —
“een symfonie van geduld en licht die sprak met de stem van Damascus.”
Wereldwijde erkenning
Aan het eind van de 19e eeuw was de naam Gerji Albittar synoniem met Damascene kunst.
Hij stelde tentoon in Wenen in 1891 en in Parijs in 1892, waar zijn werken het Europese publiek fascineerden.
In 1895 kreeg hij de opdracht van de Ottomaanse gouverneur van Damascus om een verzameling kunstzinnig meubilair te maken voor sultan Abdulhamid II, waarvoor hij de Orde van de Medjidie ontving.
Hij schonk later ook meesterwerken aan het Vaticaan en de Verenigde Naties — waar volgens de overlevering een historische resolutie werd ondertekend op een door hem vervaardigde tafel.
De nalatenschap van een meester
Gerji patenteerde zijn kunst nooit. Uit nederigheid en liefde voor zijn stad liet hij zijn kennis vrijelijk delen. Binnen enkele decennia bloeiden honderden werkplaatsen in Damascus, voortgekomen uit zijn school.
Zijn leerlingen — Elias Estfan, Anton Beit, Michel Chniara en anderen — droegen zijn kennis verder, waardoor het mozaïek een levend symbool van Syrische identiteit werd.
Een eeuwige handtekening
Gerji Albittar stierf in 1935, maar zijn geest leeft voort in elke lijn, elke ster, elke glans van parelmoer.
Zijn werk blijft schitteren in huizen en musea, als getuigenis van een man die geometrie veranderde in gebed.
“Elk authentiek mozaïek draagt zijn handtekening,” zeggen de ambachtslieden van Damascus.
“Hij gaf de kunst haar ziel en de stad haar houten poëzie.”
Geschreven door Yazan Krayem
Bij Damascus Box eren we het erfgoed van Gerji Albittar, de vader van het Damascene mozaïek, en de generaties ambachtslieden die zijn pad blijven volgen.
Door hun handen blijft deze Syrische kunstvorm leven — stuk voor stuk, als een brug tussen verleden en toekomst.